schouder

Arthroscopie van de schouder

U wordt binnenkort in het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis Campus Geraardsbergen opgenomen voor een kijkoperatie van uw schouder. In deze folder willen wij u in-formeren over de voorbereiding, de opname in het ziekenhuis, de operatie en de nazorg. 

Anatomie van de schouder. 

De schouder bestaat uit 3 beenderen, het schouderblad (scapula), de bovenarm (humerus) en het sleutelbeen (clavicula). Het schoudergewricht wordt gevormd door de pan of glenoïd (deel van schouderblad) en de kop van de bovenarm. 

Rond het gewricht bevindt zich een gewrichtskapel. Daaromheen lopen spieren en pe-zen. Deze spieren en pezen vormen samen de “cuff”. De rotator cuff, een complex van 4 pezen (subscapularis, supraspinatus, infraspinatus en teres minor), verbindt de bo-venarm met het schouderblad.

In normale omstandigheden is er voldoende ruimte tussen de kop van de bovenarm en het schouderdak (acromion) zodat de tussenliggende rotator cuff vlot kan bewegen zonder tegen het sleutelbeen te wrijven. De tussenliggende slijmbeurs (bursa) zorgt nog extra voor een soepele beweging van al deze structuren.

Bij mensen die veel werk doen met de handen boven het hoofd (schilders, plakkers,…) of bij bepaalde sporten(zwemmen, werpsporten, volleybal,…) kan deze wrijving van de pezen onder het schouderdak leiden tot blijvende pijnklachten, het zogenaamde impingement syndroom.

Anderzijds kan dit ook optreden bij een vrij normaal gebruik van de schouder, bij men-sen die een te nauwe ruimte hebben tussen schouderdak en –kop. Dit kan aangeboren zijn, of langzaam ontstaan door slijtage en artrose, met botuitgroei aan de onderzijde van het schouderdak. Er treedt dan een verdikking en irritatie op van de slijmbeurs die ontstoken raakt. Ook de schouderpees of rotator cuff zwelt en ontsteekt, en kan op termijn beschadigd worden of zelfs afscheuren.

Schouderproblemen kunnen tegenwoordig in de meeste gevallen behandeld worden met een operatie die veel minder ingrijpend is dan voorheen. Deze nieuwe operatie heet artroscopie of kijkoperatie.

Een artroscopie

Een artroscopie is een kijkoperatie in een gewricht. Met een artroscopie kunnen afwij-kingen in het gewricht worden geconstateerd en meestal direct worden behandeld. Een artroscopie wordt eerder zelden als onderzoeksmethode gebruikt wanneer:

  • De oorzaak van terugkerende pijnklachten niet op een andere manier ontdekt kan worden.
  • Er stukjes weefsel uit de schouder nodig zijn voor verder onderzoek, bij-voorbeeld voor een kweek of om een weefsel microscopisch te kunnen be-kijken.


Een artroscopie wordt onder andere als behandelmethode gebruikt voor:

  • Een sutuur van de schouderpezen. • Verwijderen of vastzetten van kraakbeen (gewrichtsmuizen).
  • Wegname van kalk thv. de pezen. 
  • Ontsteking thv. de pezen.
  • Sutuur van het gewrichtskapsel. 
  • Verplaatsen van de bicepspees. 
  • Creeëren van meer ruimte voor pezen en spieren door een deel van het schou-derdak weg te nemen. 

Het alternatief

Het alternatief voor een artroscopie als behandelmethode is de “klassieke” open ge-wrichtsoperatie. Hierbij wordt met een snede het gewricht geheel geopend. Het nadeel voor de patiënt is een langere opname in het ziekenhuis en langere revalidatie en meer pijn na de operatie.

De voorbereiding

De screening

Om er zeker van te zijn dat u de operatie lichamelijk aankunt, worden een aantal weken voor de operatie verschillende onderzoeken gedaan. Afhankelijk van uw leeftijd wordt bloed afgenomen, een hartfilmpje (e.c.g.) en een longfoto gemaakt. Zo nodig worden extra foto’s van uw schouder gemaakt. Contacteer hiervoor uw huisarts.

Medicijngebruik

Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit doorgeven aan uw arts. Er wordt met u besproken of en hoelang voor de operatie u tijdelijk moet stoppen met de inname van deze medicijnen. Ook als u pijnstillers gebruikt, meldt u dit omdat sommige pijnstillers een bloedverdunnende werking hebben.

Oproep voor de opname en opnametijd. 

De dag voor de operatie belt u met de afdeling. U hoort dan waar u opgenomen wordt en het tijdstip van operatie, uiteraard kan dit eventueel afwijken als er een urgentie moet gebeuren (spoedgevallen).

Nuchter zijn. 

Nuchter zijn betekent dat u vanaf een bepaald tijdstip niet meer mag eten en drinken. Verder mag u op de dag van de operatie niet roken.

De dag van opname

Als u medicijnen gebruikt, kunt u uw medicijnen ’s morgens gewoon innemen met een slokje water. Een aantal medicijnen mag u op de dag van de operatie niet in-nemen. De huisarts heeft u hierover geïnformeerd. We adviseren u op de dag van opname alle medicijnen alle medicijnen die u gebruikt, in originele verpakking, mee te nemen naar het ziekenhuis.
Verder neemt u uw nachtkledij mee en iets om de tijd mee te verdrijven.

Tijdens de operatie is het niet toegestaan om make-up en nagellak te dragen. Ook sie-raden zijn niet toegestaan.

Bij inschrijving voor opname is met u besproken op welke afdeling u wordt opge-nomen. U meldt zich op het afgesproken tijdstip in het ziekenhuis op de afdeling.

De verpleegkundige stelt u aanvullende vragen en meet uw temperatuur, hartslag en bloeddruk. Uw schouder wordt geschoren en eventueel steriel ingepakt. Ongeveer een half uur voor de operatie krijgt u een operatiejasje aan. U krijgt een tablet of injectie waar u rustig of slaperig van wordt. U wordt naar de operatiekamer gebracht.

De operatie

Op de operatiekamer geeft de anesthesist u de algehele of regionale anesthesie. Hierna maakt de orthopedist twee of meer incisies van ongeveer 1 ½ tot 2 cm in uw schouder. Via één snede wordt een zoutoplossing in uw schouder gebracht. Via een andere snede wordt de artroscoop (kijkbuis) in de schouder gebracht. De zoutoplossing doet de schouder uitzetten en maakt het mogelijk om alle weefsels en botdelen in uw schouder duidelijk te bekijken.

De chirurg onderzoekt of er schade is aan de spieren rondom het schoudergewricht en het gewrichtkapsel. Door een andere kleine snede kan de orthopedisch chirurg verschillende soorten instrumenten invoeren, zoals schaartjes en tasthaakjes. Na een grondige inspectie van het schoudergewricht, wordt het ontstoken slijmbeursje weggenomen, bij aanwezigheid van kalk in de pees wordt dit zoveel mogelijk verwijderd, de ontsteking rond de pees wordt weggenomen en eventuele onregelmatigheden geëffend.

Aan het einde van de ingreep schaven we de onderzijde van het schouderblad weg om meer ruimte te creeëren voor de spieren en de pezen. Dit gebeurt met een zeer snel ronddraaiende frees waardoor het overtollige bot wordt weggefreesd. Zodoende vergroot de ruimte tussen de kop en het schouderdak zodat de tussenliggende pees en spier minder ingekneld worden. Op het einde van de operatie worden de wondjes gehecht of soms opengelaten voor de ontzwelling. U krijgt een schouderverband, waarin u de arm kunt laten rusten. Tijdens deze operatie kan een groot deel van de afwijkingen direct behandeld worden. Als behandeling via de artroscoop niet mogelijk is, wordt u op een ander moment opnieuw geopereerd.

Na de operatie

U wordt vervolgens naar de recoverykamer gebracht. Hier wordt uw hartslag, en bloed-druk gecontroleerd. Zodra de controles stabiel zijn, wordt u naar de verpleegafdeling of dagbehandeling teruggebracht. U mag weer wat eten en drinken. De orthopedist spreekt na de operatie af of u kinesitherapie nodig heeft. De kinesist komt dan kort na de operatie bij u langs en geeft u richtlijnen ivm houding en beweging.

Wanneer de orthopedist het nodig vindt, zal de kinesist ook afspraken met u maken over de verdere behandeling. Tijdens de operatie is een spoelvloeistof in uw schouder gespoten. Deze vloeistof blijft gedeeltelijk achter in uw schouder. Het achterblijven van deze vloeistof kan in het begin een vervelend geluid malen en een vervelend gevoel geven bij het bewegen van uw schouder. Door het doen van de oefeningen wordt deze vloeistof geleidelijk aan door uw lichaam opgenomen. Dit heeft geen nadelige gevolgen voor u of het herstel van uw schouder.

Naar huis

Als u goed wakker bent en weer kunt lopen, mag u het ziekenhuis verlaten. Bij scheuren van kapsel of pezen blijft u beter 1 nacht. Ongeveer twee tot drie weken na de operatie wordt u verwacht op de consultatie ortho-pedie. U krijgt hiervoor een afspraak mee. De orthopedist die u behandeld heeft, be-spreekt dan met u de resultaten van de operatie. Het is in verband met de verdoving die u hebt gekregen, niet toegestaan om de eerste 24 uur na de operatie zelf een voertuig te besturen. Ook mag u de eerste dagen geen lange afstanden lopen. We adviseren u het vervoer naar huis al voorafgaand aan uw opname te regelen.

Thuis na de operatie

De eerste dag na de operatie komt de huisarts langs om de wondjes en het gevoel in de arm te controleren. Hij zal ook pijnstillers of ontstekingsremmers voorschrijven. Na 14 dagen zal hij de hechtingen of wondstrips mogen verwijderen. De eerste drie tot vier dagen na de operatie neemt u rust. Dit wil zeggen dat u alleen de noodzakelijke activiteiten doet zoals persoonlijke verzorging en uw oefeningen. Eventueel mag u om de drie uur, gedurende maximaal 20 minuten een ijscompres, gewikkeld in een theedoek, op uw schouder leggen. Gewoonlijk wordt een adductie-verband of simpel draagverband aangelegd aan de schouder. Dit mag in de eerste weken gedragen worden als comfortmaatregel. Tussen-door mag dit verband echter al afgelaten worden om de beweeglijkheid te oefenen. ’s Nachts hoeft u het verband niet noodzakelijk te dragen. Kinesitherapie schema’s specifiek voor uw probleem zullen u na de controle gegeven worden.

Pijnstilling

U hebt van de orthopedist of huisarts pijnstillers voorgeschreven gekregen. Meestal worden NSAID (Voltaren, Mobic, Feldene, Cataflam, Biofenac, Ibuprofen, Duraprox, Gambaran) voorgeschreven. Dit medicijn werkt zowel pijnstillend als ontstekingsrem-mend. We adviseren u dit medicijn de eerste 24 uur na de operatie in te nemen. Daarna kunt u dit medicijn zonodig innemen. Indien nodig kunt u daarnaast ook paracetamol innemen (maximaal 4 tabletten van 1000 mg per dag). De eerste vijf dagen na de operatie kan uw schouder pijnlijk, gezwollen en/of rood zijn. Ook kunt u temperatuursverhoging krijgen. Deze klachten maken onderdeel uit van het natuurlijke herstelproces na de operatie. De klachten nemen geleidelijk aan af.

Complicaties

Naast de algemene complicatie na een operatie als trombose kunnen een aantal andere complicaties optreden :

  • Gewrichtsirritatie, met name van het kapsel. Ontsteking van de wondjes van de operatie of de schouder zelf.
  • Nabloeding. U heeft dan veel bloedverlies uit één van de wondjes.


Complicaties bij een artroscopie zijn zeldzaam. De behandeling van de complicatie hangt af van de aard van de complicatie. De orthopedist of andere specialist, die door de orthopedist is ingeschakeld, informeert u hierover. De orthopedist waarschuwen We adviseren u zo spoedig mogelijk een orthopedist te waarschuwen als uw schouder erg dik wordt en/of meer pijnklachten veroorzaakt. Ook als u koorts maakt.

Vragen
In deze folder hebben wij u algemene informatie gegeven over de artroscopie.
Als u nog vragen heeft, dan kunt u tijdens kantooruren bellen met de polikliniek Orthopedie ASZ Campus Geraardsbergen op het nummer 054/43.21.40.

VEEL SUCCES