arthroscopie_knie

Arthroscopie van de knie

U wordt binnenkort in het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis Campus Geraardsbergen opgenomen voor een kijkoperatie aan uw knie. In deze folder willen wij u informeren over de voorbereiding, de opname in het ziekenhuis, de operatie en de nazorg.

De knie

Het kniegewricht bestaat uit drie botdelen: het scheenbeen, het dijbeen en de knieschijf. De uiteinden van deze botdelen zijn bekleed met een dun laagje kraakbeen, zodat de knie soepel beweegt. Het kraakbeen is een glad en verend weefsel. Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen. Meestal betreft dit gewone slijtage, ook wel arthrose genoemd. Soms kan een kraakbeenbeschadiging ontstaan. Ook reuma en medicijngebruik kunnen het gewricht aantasten. Een kraakbeenbeschadiging kan pijnklachten of bewegingsbeperking veroorzaken. In het kniegewricht zitten twee kruisbanden. Deze verbinden het dijbeen met het scheenbeen. Tussen het dijbeen en het scheenbeen zit ook de binnenste en buitenste meniscus. Door een ongeval of verkeerde beweging kan letsel aan de kruisband of meniscus ontstaan. Dit veroorzaakt pijnklachten of een bewegingsbeperking. De orthopedisch chirurg heeft met u besproken dat u een arthroscopie van uw knie zult ondergaan om de oorzaak van uw klachten te ontdekken en/of te behandelen.

Een arthroscopie

Een arthroscopie is een kijkoperatie in een gewricht. Met een arthroscopie kunnen afwijkingen in het gewricht worden geconstateerd en meestal direct worden behandeld. Het is vaak niet mogelijk om met röntgenonderzoek een precieze diagnose te stellen. Met een arthroscopie is dit meestal wel mogelijk.

Een arthroscopie wordt als onderzoeksmethode gebruikt wanneer:

  • De oorzaak van terugkerende pijnklachten niet op een andere manier ontdekt kan worden.
  • Er beoordeeld moet worden of een voorgestelde behandeling zinvol zal zijn, bijvoorbeeld een standcorrectie of een reconstructie van een gescheurde kruisband.
  • Er stukjes weefsel uit de knie nodig zijn voor verder onderzoek, bijvoorbeeld voor een kweek of om een weefsel microscopisch te kunnen bekijken.

Een arthroscopie wordt onder andere als behandelmethode gebruikt wanneer:

 

  • Er een probleem is met de meniscus en deze gehecht of gedeeltelijk verwijderd moet worden.
  • Er stukken kraakbeen verwijderd of opnieuw vastgezet moeten worden.
  • De knie schoongemaakt en gepolijst moet worden bij ernstig beschadigd kraakbeen.
  • Een voorste kruisbandreconstructie nodig is.
  • Uw knie geblokkeerd is, meestal zult u via spoed dan al opgenomen zijn.

Het alternatief

Het alternatief voor een arthroscopie als behandelmethode is de “klassieke” open gewrichtsoperatie. Hierbij wordt met een snede het gewricht geheel geopend. Het nadeel voor de patiënt is een langere opname in het ziekenhuis en langere revalidatie en meer pijn na de operatie. De voorbereiding De screening Om er zeker van te zijn dat u de operatie lichamelijk aankunt, worden een aantal weken voor de operatie verschillende onderzoeken gedaan. Afhankelijk van uw leeftijd wordt bloed afgenomen, een hartfilmpje (e.c.g.) en een longfoto gemaakt. Zo nodig woren extra foto’s van uw knie gemaakt. Contacteer hiervoor zeker uw huisarts.

Medicijngebruik

Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit doorgeven aan uw arts. Er wordt met u besproken of en hoelang voor de operatie u tijdelijk moet stoppen met de inname van deze medicijnen. Ook als u pijnstillers gebruikt, meldt u dit omdat sommige pijnstillers een bloedverdunnende werking hebben.

Regelen van elleboogkrukken

De arts bespreekt met u of u na de operatie met elleboogkrukken moet lopen. De elleboogkrukken kunt u zonder verwijzing bij de thuiszorgorganisatie lenen. U neemt de elleboogkrukken mee naar het ziekenhuis als u opgenomen wordt.

Oproep voor de opname en opnametijd

De dag voor de operatie belt u met de afdeling. U hoort dan waar u opgenomen wordt en het tijdstip van operatie, uiteraard kan dit eventueel afwijken als er een urgentie moet gebeuren (spoedgevallen).

Nuchter zijn

Nuchter zijn betekent dat u vanaf een bepaald tijdstip niet meer mag eten en drinken. Verder mag u op de dag van de operatie niet roken.

De dag van opname

Als u medicijnen gebruikt, kunt u uw medicijnen ’s morgens gewoon innemen met een slokje water. Een aantal medicijnen mag u op de dag van de operatie niet innemen. De huisarts heeft u hierover geïnformeerd. We adviseren u op de dag van opname alle medicijnen die u gebruikt, in originele verpakking, mee te nemen naar het ziekenhuis. Verder neemt u uw nachtkledij mee en iets om de tijd mee te verdrijven. Tijdens de operatie is het niet toegestaan om make-up en nagellak te dragen. Ook sieraden niet toegestaan. Bij inschrijving voor opname is met u besproken op welke afdeling u wordt opgenomen. U meldt zich op het afgesproken tijdstip in het ziekenhuis. De verpleegkundige stelt u aanvullende vragen en meet uw temperatuur, hartslag en bloeddruk. Uw knie wordt geschoren en eventueel steriel ingepakt. Ongeveer een half uur voor de operatie krijgt u een operatiejasje aan. U krijgt een tablet of injectie waar u rustig of slaperig van wordt. U wordt naar de operatiekamer gebracht.

De operatie

Op de operatiekamer geeft de anesthesist u de algehele of regionale anesthesie. Hierna maakt de orthopedisch chirurg twee of drie sneden van ongeveer 1 ½ tot 2 cm in uw knie. Via één snede wordt een zoutoplossing in uw knie gebracht. Via een andere snede wordt de arthroscoop (kijkbuis) in knie gebracht. De zoutoplossing maakt het mogelijk om alle weefsels en botdelen in uw knie te bekijken. Tijdens deze operatie kan een groot deel van de afwijkingen direct behandeld worden. Als behandeling via de arthroscoop niet mogelijk is, wordt u op een ander moment opnieuw geopereerd. Na de operatie worden de wondjes eventueel gesloten met hechtpleister en/of hechtingen en wordt uw knie verbonden.

Na de operatie

U wordt vervolgens naar de recoverykamer gebracht. Hier wordt uw hartslag, bloeddruk en het gevoel en circulatie in uw been gecontroleerd. Zodra de controles stabiel zijn, wordt u naar de verpleegafdeling of dagbehandeling teruggebracht. U mag weer wat eten en drinken.

De arts spreekt na de operatie af of u kinesitherapie nodig heeft. De kinesist komt dan kort na de operatie bij u langs en geeft u richtlijnen ivm houding en beweging en leert u zo nodig lopen met krukken. Wanneer de arts het nodig vindt, zal de kinesist ook afspraken met u maken over de verdere behandeling.

Tijdens de operatie is een spoelvloeistof in uw knie gespoten. Deze vloeistof blijft gedeeltelijk achter in uw knie. Het achterblijven van deze vloeistof kan in het begin een vervelend geluid maken en een vervelend gevoel geven bij het bewegen van uw knie. Door het doen van de oefeningen wordt deze vloeistof geleidelijk aan door uw lichaam opgenomen. Dit heeft geen nadelige gevolgen voor u of het herstel van uw knie.

Naar huis

Als u goed wakker bent en weer kunt lopen, mag u het ziekenhuis verlaten. Ongeveer twee tot drie weken na de operatie wordt u verwacht op de consultatie orthopedie. U krijgt hiervoor een afspraak mee. De arts die u behandeld heeft, bespreekt dan met u de resultaten van de operatie. Het is in verband met de verdoving die u hebt gekregen, niet toegestaan om de eerste 24 uur na de operatie zelf een voertuig te besturen. Ook mag u de eerste dagen geen lange afstanden lopen. We adviseren u het vervoer naar huis al voorafgaand aan uw opname te regelen.

Thuis na de operatie

Om uw knie zit een stevig drukverband. Uw huisarts zal deze verwijderen de dag na de operatie. Op de wondjes zit meestal een hechtpleister. Deze pleister laat u ongeveer een week zitten. De eerste zeven dagen na de operatie neemt u rust. Dit wil zeggen dat u alleen de noodzakelijke activiteiten doet zoals persoonlijke verzorging en uw oefeningen. Als u rust, legt u het geopereerde been hoog waarbij u uw gehele been ondersteunt. Eventueel mag u om de drie uur, gedurende maximaal 20 minuten een ijscompres op uw knie leggen. Het is toegestaan om te douchen. U mag niet in bad.

Pijnstilling

U hebt van de orthopedisch chirurg of huisarts pijnstillers voorgeschreven gekregen. Meestal worden NSAID (Voltaren, Mobic, Feldene, Cataflam, Biofenac, Ibufen, Duraprox, Gambaran) voorgeschreven. Dit medicijn werkt zowel pijnstillend als ontstekingsremmend. We adviseren u dit medicijn de eerste 24 uur na de operatie in te nemen. Daarna kunt u dit medicijn zonodig innemen. Indien nodig kunt u daarnaast ook paracetamol innemen (maximaal 4 tabletten van 1000 mg per dag). De eerste vijf dagen na de operatie kan uw knie pijnlijk, gezwollen en/of rood zijn. Ook kunt u temperatuursverhoging krijgen. Deze klachten maken onderdeel uit van het natuurlijke herstelproces na de operatie. De klachten nemen geleidelijk aan af. Als uw knie fors zwelt na inspanning dan adviseren wij u een korte periode met elleboogkrukken te lopen en uw inspanningen te verminderen. Na ongeveer zeven dagen kunt u de belasting en het staan langzaamaan opvoeren. Houd u hierbij wel rekening met pijn, zwelling en temperatuursverhoging.

Preventie van Diepe Veneuze Thrombose

Meestal zal u een 10-tal dagen een laag moleculair gewicht heparine (Fraxiparine, Clexane,…) voorgeschreven worden. Desondanks kan er steeds een DVT (of flebitis) ontstaan. Hoewel zeldzaam, contacteer uw huisarts of orthopedisch chirurg bij een zeer pijnlijke kuit of bij ademhalingsproblemen.

Oefeningen

De orthopedist heeft met u oefeningen doorgenomen, die u thuis regelmatig moet uitvoeren. Deze oefeningen zijn ter voorkoming van stijfheid van het kniegewricht, verslapping van de spieren rondom het gewricht en verlies van coördinatie. Soms is kinesitherapie noodzakelijk. U zal dan een verwijzing meekrijgen de dag dat u op controle komt. U neemt contact op met een kinesist bij u in de buurt. Deze begeleidt u verder met de revalidatie. Vaak is kinesitherapie niet noodzakelijk. U heeft dan geen verwijzing meegekregen. 

Let op!

Wanneer u bij het uitvoeren van de beschreven oefeningen een toename van pijn of zwelling merkt, of een stijging van temperatuur, dan vermindert u alle oefeningen en de belasting van uw knie. Bij alle oefeningen en bij de belasting van uw knie zijn pijn, zwelling en temperatuur factoren die aangeven hoe ver u kunt gaan.

Oefening 1

Gedurende de eerste vijf dagen na de operatie buigt u uw knie zover als voor lopen en zitten op een normale stoel nodig is. Daarna kunt u oefenen in het verder buigen van uw knie.

Oefening 2

Terwijl u bijvoorbeeld op bed lig strekt u uw knie. U duwt uw knieholte in het matras en beweegt de hak tegelijkertijd omhoog, waarbij u de tenen naar uw neus trekt. U houdt dit 10 seconden vol en herhaalt de oefening 10 keer.

Oefening 3

Terwijl u bijvoorbeeld in bed ligt strekt u de knie. U heft het gestrekte been ongeveer 10 centimeter van de onderlaag op. U houdt dit 10 seconden vol en herhaalt de oefening 10 keer. Deze oefening kunt u alleen uitvoeren als de zwelling van uw knie is afgenomen.

Complicaties

Naast de algemene complicatie na een operatie als trombose kan een aantal andere complicaties optreden :

• Gewrichtsirritatie, met name van het kapsel. Ontsteking van de wondjes van de operatie of de knie zelf. 
• Nabloeding. U heeft dan veel bloedverlies uit één van de wondjes.

Complicaties bij een arthroscopie zijn zeldzaam. De behandeling van de complicatie hangt af van de aard van de complicatie. Contacteer hiervoor zeker uw behandelend arts.

De orthopeed waarschuwen

We adviseren u zo spoedig mogelijk een orthopedisch chirurg te waarschuwen als uw knie erg dik wordt en/of meer pijnklachten veroorzaakt. Ook als u uw geopereerde been niet meer kunt belasten, terwijl dit direct na de operatie wel mogelijk was, belt u de arts. Vragen In deze folder hebben wij u algemene informatie gegeven over de arthroscopie. Als u nog vragen heeft, dan kan u tijdens kantooruren bellen met de Consultatie Orthopedie ASZ Campus Geraardsbergen op het nummer 054/43.21.40.

VEEL SUCCES